Skip to main content

#5 — Geraken (get)

Find out in this page how to conjugate the Dutch verb "geraken" (to get) in all its different tenses.

Present

PRESENT TENSEPRESENT PERFECT TENSE
Ikgeraakben geraakt
Jij / Je / Ugeraaktbent geraakt
Hij / Zij / Hetgeraaktis geraakt
Wij / Wegerakenzijn geraakt
Julliegerakenzijn geraakt
Zijgerakenzijn geraakt

"Ik geraak" — I get

"Ik ben geraakt" — I have got


Past

PAST TENSEPAST PERFECT TENSE
Ikgeraaktewas geraakt
Jij / Je / Ugeraaktewas geraakt
Hij / Zij / Hetgeraaktewas geraakt
Wij / Wegeraaktenwaren geraakt
Julliegeraaktenwaren geraakt
Zijgeraaktenwaren geraakt

"Ik geraakte" — I got

"Ik was geraakt" — I had got


Future

FUTURE TENSEFUTURE PERFECT TENSE
Ikzal gerakenzal geraakt zijn
Jij / Je / Uzult gerakenzult geraakt zijn
Hij / Zij / Hetzal gerakenzal geraakt zijn
Wij / Wezullen gerakenzullen geraakt zijn
Julliezullen gerakenzullen geraakt zijn
Zijzullen gerakenzullen geraakt zijn

"Ik zal geraken" — I will get

"Ik zal geraakt zijn" — I will have got


Conditional

CONDITIONAL MOODCONDITIONAL PERFECT TENSE
Ikzou gerakenzou geraakt zijn
Jij / Je / Uzou gerakenzou geraakt zijn
Hij / Zij / Hetzou gerakenzou geraakt zijn
Wij / Wezouden gerakenzouden geraakt zijn
Julliezouden gerakenzouden geraakt zijn
Zijzouden gerakenzouden geraakt zijn

"Ik zou geraken" — I would get

"Ik zou geraakt zijn" — I would have got


Phrases examples

"Ik ben Nuno." — I am Nuno.


Source of this content: Dutch verb "geraken" conjugated | Verbix